voor opdrachten in kunst en vormgeving
Ooit las ik dat het constante geluid van een snelweg in de buurt in essentie veel lijkt op het ruisen van de zee; de aanwezigheid van voorbijrazende auto’s zou je dus net zo ontspannen kunnen maken als de nabijheid van die schijnbaar oneindige watervlakte. Met je ogen dicht lijkt het slechts een kwestie van het moedwillig kantelen van je gehoorzin.
Het recent onthulde De Schreeuw van Rob Sweere moedigt die bewuste kanteling van je zintuigen aan. Het staat op een merkwaardige plek; op een helling langs de luidruchtige ring van Amersfoort met op steenworp afstand het lawaaierige spoor. Gerealiseerd in het kader van het langlopende project Beelden van Banken, maar niet direct herkenbaar als zodanig; er moet eerst geklommen worden tot je hoofd en romp in een vierkante schacht verdwijnen, voordat het zitten kan beginnen. Via de signaalrode schacht biedt een cirkelvormige opening aan de bovenkant uitzicht op de lucht. Het geluid van de langs denderende vrachtwagens lijkt te worden versterkt, weerkaatst tegen de wanden van de een- (misschien twee-) persoonsbehuizing. Wie ervoor openstaat, kan opgaan in deze intense geluidsbeleving. En de wereld voor even vergeten.
De titel De Schreeuw, direct afgeleid van de gelijknamige schilderijen uit 1893 van Edvard Münch, maakt dat de rode kleur extra afsteekt tegen het ietwat schrale groen en dat de cirkel aan de bovenkant meer wordt dan een gat om door te kijken. Opeens lijkt de stadbewoner eenzaam en alleen en overweldigd door de prikkels om hem heen.
Sweeres Schreeuw is niet langer een plek om je terug te trekken en de geluiden om je heen waar te nemen als achtergrondruis en tot meditatie over te gaan, maar een plek om vocaal weerstand te bieden aan hedendaagse angst en frustratie.
Sweere noemt dit drukke punt in Amersfoort symbolisch voor het leven. ‘Wanneer neem je de tijd om met een bredere blik te kijken?’ Met zijn sculpturen wil hij een plek bieden waar dat kan, objecten die er vaak op gericht zijn je omgeving en daarmee jouw positie daarin anders te laten beleven. Bekend is zijn serie Silent Sky Project# waarbij hij sinds 2004 op vele plekken over de hele wereld mensen uitnodigt om gezamenlijk een half uur op hun rug te gaan liggen, als een kind in het gras.
Tegenover De Schreeuw, aan de andere kant van de ring, staat het pand van De Amersfoortse. De verzekeringsmaatschappij verhuisde eind vorig jaar naar Utrecht en bood dit kunstwerk aan als afscheidscadeau. Toepasselijk genoeg zie je als gebruiker van dit bankje niets van dit grote, omineus leegstaande gebouw. Wellicht is dat toevallig, het ontwerp van Rob Sweere ligt al enkele jaren op de plank, te midden van nog meer maquettes van interessante stadsbanken, als onderdeel van het project Beelden van Banken 2 (2011). Sommige van de inmiddels gerealiseerde exemplaren uit de eerste serie (2000) zijn iconisch geworden, zoals Op schoot in Amersfoort (2003) van Henk Visch; de meer dan levensgrote, zittende mensfiguur met genoeg ruimte op zijn bovenbenen om op plaats te nemen, is al ontelbare keren in liefdevolle omhelzingen gefotografeerd. Andere banken, zoals die van Nicolaas Dings, zijn minder opvallend, maar vormen daardoor misschien juist een aangename verrassing voor degene die de bank echt als rustpunt gebruikt.
De afgelopen maanden is Amersfoort verrijkt met nog een nieuwe stadsbank, eentje die niet tot het Beelden van Banken project behoort, maar wel in opdracht van de Gemeente Amersfoort tot stand is gekomen; aan de rand van het in 2012 in gebruik genomen Eemplein staat een bank van kunstenaar Peter Stel. Die biedt uitzicht op de Eem. Of het Eemhuis. Of het plein. Of de bioscoop. Of de Koppelpoort. De bank cirkelt om een perkje met een boom en draait rond. Heel langzaam. Waardoor je, als je maar lang genoeg blijft zitten een 360 graden view krijgt voorgeschoteld. Waar Sweere het uitzicht zo beperkt mogelijk heeft gemaakt, biedt Peter Stel met de bank alles wat er te zien is aan. En dat gaat verder dan simpelweg het uitzicht; een deel van de bank bestaat uit grote letters die samen de zin Alles wat ik zie is van mij vormen. Heb je als bankzitter direct een interessant onderwerp voor een praatje met de onbekende naast je. Want hoe zit het eigenlijk, van wie is dit plein, de Eem, de fietsen, de wolken?
Hoewel de bank van Stel, vergeleken met die van Sweere, tot wat socialer gedrag uitnodigt, zijn er ook overeenkomsten; te midden van de wat nerveuse energie van een plein dat zichzelf nog enigszins moet waarmaken, nodigt de trage beweging van de bank uit tot lang zitten niksen. Ze lijkt te suggereren dat al te hard je best doen misschien niet nodig is. En dat is eigenlijk heel ontspannend.