voor opdrachten in kunst en vormgeving
Op donderdag 27 augustus vond in DordtYart in Dordrecht een bijeenkomst plaats over opdrachtgeverschap, georganiseerd door het Mondriaan Fonds. Sinds 2013 experimenteert dit stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed met een nieuwe regeling: de ‘Bijdrage Opdrachtgeverschap. Deze regeling is bestemd voor publieke en private opdrachtgevers, of publiek-private samenwerkingen, die publiek toegankelijke beeldende kunstprojecten willen realiseren. Met deze bijdrage stimuleert het Mondriaan Fonds initiatieven die in samenwerking tot stand komen en waarbij het maken van beeldende kunst nadrukkelijk wordt verbonden aan het tonen ervan. De bijdrage is bedoeld voor de productie van relevante artistiek-inhoudelijke projecten. Het fonds draagt maximaal vijftig procent van de projectkosten bij. Eén van de voorwaarden is dat een reëel honorarium door de opdrachtgever aan de kunstenaar beschikbaar wordt gesteld.
Tijdens haar inleiding zei Birgit Donker, directeur van het Mondriaan Fonds, dat het aantal aanvragen sinds 2013 boven verwachting is gestegen en dat de regeling zorgt voor een nieuwe geldstroom voor de beeldende kunst. In 2013 had het fonds het doel gesteld om aan 16 betekenisvolle opdrachten bij te dragen, over een periode van 4 jaar. Inmiddels zijn 73 van de 113 aanvragen gehonoreerd.
De opdrachtgevers lopen uiteen van musea en culturele instellingen, tot gemeenten, kerken, ziekenhuizen, scholen en een boerenbedrijf. De locatie van de bijeenkomst was bewust gekozen omdat volgens Donker bij het echtpaar Arie Jaap Warnaar en Lyda Vollebregt – respectievelijk zakelijk en artistiek leider van DordtYart – twee belangrijke eigenschappen van de ideale opdrachtgever samenkomen: de bevlogen, idealistische opdrachtgever die de kunstenaar steunt in al zijn wilde plannen. En de praktische, realistische opdrachtgever die zorg draagt voor het haalbaar en uitvoerbaar houden van die ideeën.
DordtYart is gevestigd in een oude scheepsmotorenfabriek te Dordrecht en organiseert daar tentoonstellingen van hedendaagse beeldende kunst. Ook worden er nieuwe tijdelijke kunstwerken zowel binnen als buiten gerealiseerd. Kunstenaars maken gebruik van atelierruimtes en er is een Artist-in-Residence programma. Het Mondriaan Fonds draagt financieel bij aan de totstandkoming van deze nieuwe tijdelijke locatie-specifieke werken.
Tijdens de bijeenkomst stelde de curator van DordtYart, Gerrit Willems, in een kort interview een aantal vragen aan kunstenaars Zoro Feigl en Frank Havermans die een werk bij DordtYart hebben gerealiseerd. De kunstenaars antwoordden wat ongemakkelijk op vragen als wat DordtYart betekende voor hun kunstenaarschap. Want allicht zijn zij tevreden: voor kunstenaars vormt deze plek bijna een vrijhaven, een plek waar je eens lekker kan uitpakken en waar de opdrachtgever als partner bovendien deelt in de risico’s. Maar DordtYart is dan ook een culturele instelling waar het presenteren van beeldende kunst en haar makers centraal staat en een kunstenaar als Feigl werkt vooral binnen dat soort contexten. Het is daarom de vraag of hier wel sprake is van een opdrachtgever –opdrachtnemer relatie aangezien de kunstenaar min of meer zijn eigen opdracht kan formuleren. Slechts de ruimte, de context en wellicht ook het beschikbare budget vormen hier de randvoorwaarden.
Voor kunst die buiten de muren van culturele instellingen tot stand komt is dat vele malen complexer. Want daar heb je te maken met andere belangen, andersoortige partijen die betrokken zijn en een divers en onbekend publiek. Daar horen termen bij als draagvlak, vandalismebestendigheid, afdekken van risico’s, rendement, beheer en behoud en krijgt de kunst te maken met weerstand van bijvoorbeeld bewoners of gebruikers. Uit de evaluatie bleek dat de regeling nog onvoldoende wordt benut door partijen buiten de culturele sector. Deels kan dit door de onbekendheid van de regeling komen, maar Publiek Gemaakt denkt dat ook de behoeften van dergelijke partijen ten aanzien van kunst anders zijn. Het realiseren van een artistiek inhoudelijk relevant werk is dan niet het hoofdmotief, maar men wil aandacht besteden aan een bijzondere gebeurtenis of ontwikkeling in die buitenruimte, de buitenruimte verfraaien, of een verborgen geschiedenis zichtbaar en beleefbaar maken. Bovendien weten veel partijen buiten het culturele veld gewoon niet wat kunstenaars aan meerwaarde kunnen creëren. Wat overigens niet wil zeggen dat Publiek Gemaakt niet gelooft in de maakbaarheid van opdrachtgeverschap. Maar daarvoor moet wel voortdurend uitwisseling van kennis en ambassadeurswerk worden verricht. Opdrachtgevers moeten zien wat de beeldende kunst hen kan bieden en op welke manier. Het is in ieder geval een van de redenen dat Publiek Gemaakt is gestart met het zichtbaar maken van het vakgebied van kunst in relatie tot het publieke domein. Voorheen namen SKOR en vele CBK’s die ambassadeursrol op zich, maar deze infrastructuur voor het vakgebied lijkt langzamerhand helemaal te verdwijnen en het is nog de vraag wat ervoor in de plaats komt.
Na twee jaar van functioneren heeft het Mondriaan Fonds de regeling laten evalueren door Sandra Trienekens van bureau Urban Paradoxes. Zij presenteerde de resultaten tijdens de bijeenkomst in DordtYart. Het rapport is te lezen via de website van het Mondriaan Fonds (link). Het onderzoek werd gedaan aan de hand van bureauonderzoek en interviews met aanvragers van de regeling, zowel gehonoreerde als niet-gehonoreerde projecten. In de periode die werd onderzocht werden 87 aanvragen door het Mondriaan Fonds behandeld. Daarvan werden er 42 gehonoreerd.
Kort samengevat komt het erop neer dat de regeling zijn doelstellingen ruimschoots behaalt. Alle projecten leveren nieuwe werken op die van betekenis lijken voor het oeuvre van de kunstenaar en de context van de opdrachtgever. De werken zijn allemaal (voor langere tijd) getoond. Er is sprake van commitment bij opdrachtgevers en samenwerkingspartijen. De regeling zorgt voor een nieuwe geldstroom in de beeldende kunst.
Het onderzoek laat tevens zien dat opdrachtgevers buiten de kunstwereld nog niet goed de weg naar de regeling weten te vinden. Trienekens constateerde dat er nog heel wat missiewerk te verrichten valt. Birgit Donker constateerde dit zelf ook al tijdens haar inleiding.
Verder had zij de volgende aanbevelingen voor het Mondriaan Fonds:
Het Mondriaan Fonds nam de evaluatie serieus en heeft meteen een aantal zaken opgepakt. Zo vertelde Birgit Donker dat de term ‘openbaar’ is veranderd in ‘publiek’. De regeling is bedoeld voor meer dan kunst in de openbare ruimte alleen. Criterium is nu dat het werk publiek toegankelijk moet zijn, maar daar rekent het fonds dus ook culturele instellingen toe waarvoor een toegangsbewijs moet worden gekocht. Daarnaast is er een ontwikkelbijdrage in het leven geroepen. Deze kan worden aangevraagd door opdrachtgevers voor het eerste stadium van de opdracht, bijvoorbeeld voor het inhuren van expertise. In het geval van de ontwikkelbijdrage is de maximale bijdrage van het fonds verhoogd naar 70% met een plafond van € 15.000. Ook verricht het fonds inspanningen om opdrachtgevers buiten de kunst te bereiken. Zo heeft het bijgedragen aan de Digital Helpdesk Art & Public Space (DHAPS), voert het gesprekken met VNG, Universiteiten, zorginstellingen, woningcorporaties, scholen en maakt het zichzelf zichtbaar via een tv programma.
https://vimeo.com/129449383
Ook wil het Mondriaan Fonds langdurige samenwerkingen tussen opdrachtgevers en beeldend kunstenaars stimuleren. Zo ging het Drents Museum bijvoorbeeld een samenwerking aan met kunstenaar Hans Hoekstra en het Van Abbemuseum met Roland Schimmel, in samenwerking met TU Eindhoven (The Innocent Body).
De zaal bracht een aantal interessante punten van kritiek naar voren, maar daar werd helaas niet op doorgediscussieerd. Hopelijk blijft het Mondriaan Fonds een actieve gesprekspartner voor deskundigen uit het vakgebied van kunst in relatie tot het publieke domein, over bijvoorbeeld de volgende kwesties:
LINK naar het rapport.