voor opdrachten in kunst en vormgeving

Conversation pieces – kunst met koffie

Museum Arnhem op bezoek bij ouderen

‘Houdt u ook zo van kunst?’, vraagt een dame aan haar buurvrouw. Ze zitten samen met leeftijdsgenoten rond een tafel in afwachting van wat komen gaat. Ik zie veel opvallend kleurig verzorgde nagels en flatteuze vesten. Zo prachtig dat er hier en daar wat zorgen ontstaan als Hetty langskomt met naamstickers.

Domoren en deukbekers
‘Die stickers gaan er echt makkelijk weer af. En ze zijn handig, we spreken u graag aan bij uw naam,’ legt Hetty Slagter uit. Ze is een van de twee afgevaardigden van Museum Arnhem, vandaag te gast bij een dagbestedingscentrum aan de zuidkant van de stad. Samen met Anjo Strik is ze op pad gestuurd met een grote rolkoffer waar alles op en in zit voor een soort museumles op locatie. Het publiek van vandaag: een groep van ongeveer tien in meer of mindere mate zorgbehoevende ouderen.

Op tafel staan een aantal geheimzinnige, kartonnen doosjes, met daarin een fractie museumcollectie. Gebruiksvoorwerpen geheel passend bij het thema van vandaag: koffie en thee. Naast glazen potjes met losse thee waaraan geroken kan worden, zijn er een koffiemolen, een Domoor van Richard Hutten en een door Anjo keurig met handschoenen uitgepakte Deukbeker (1975) van Rob Brandt. Ter ondersteuning wordt beeldmateriaal getoond op een scherm, van collectiestukken die te groot of te kwetsbaar zijn om een tournee te maken, zoals een olieverfschilderij van Klaas Gubbels of een 300 jaar oude, beschilderde theebus.

KIJKwijzers met ervaring
Het hooggelegen Arnhemse museum met panoramisch uitzicht op de Rijn is sinds december 2017 gesloten voor renovatie en uitbreiding van het gebouw. Niet alleen de perfecte tijd om de grote, gevarieerde collectie te digitaliseren, maar ook om met de collectie onder de arm de stad in te gaan. Zo stonden de museumdocenten al met een kist vol sieraden in vele middelbare schoolklassen.

Maar Museum Arnhem heeft nog een groep enthousiaste ambassadeurs, de zogenaamde KIJKwijzers. Femke Hogenbosch, teamleider educatie: “Wij werkten al een tijdje met Juniorrondleiders toen er voor 2015 een tentoonstelling op het programma stond over tijdens de 2e Wereldoorlog aangekochte kunst. Dat staat, denk ik, te ver af van jongeren om vanuit hun eigen beleving en ervaring te kunnen rondleiden. Daarom zijn we op dat moment op zoek gegaan naar actieve 60-plussers.” En er was nog een reden om juist hen te betrekken. “Zij vormen een belangrijke doelgroep voor musea, maar omdat ze toch wel komen, wordt er relatief weinig voor hen gedaan.” Of zoals de website van het museum vermeldt: ‘Door ouderen op te leiden tot rondleider en daarmee een verantwoordelijke taak te geven, wordt de focus verschoven van ‘consumeren’ naar ‘overdragen’.’

Bij Museum Arnhem meldde zich een grote en uiteenlopende groep om opgeleid te worden tot KIJKwijzer. Dit beviel van beide kanten zo goed, dat de nieuwe rondleiders bij de daaropvolgende tentoonstellingen werden ingezet voor de instaprondleidingen. Toen het museum sloot, was er al een nieuw plan voor de nieuwe rondleiders. Hogenbosch: “Wij wilden graag iets voor kwetsbare ouderen doen. De sluiting van het museum vormde een goede aanleiding om met museumstukken deze groep op te zoeken.” Er zijn inmiddels twaalf thema’s – zoals ‘school’ of ‘familie’ – uitgewerkt en met de collectiestukken die daarbij zijn uitgezocht gaan de KIJKwijzers drie keer in de maand naar verschillende locaties van Stichting Welzijn Ouderen Arnhem (SWOA).

Ruiken, voelen, luisteren, herinneringen
“U bent zeer welkom om mee te praten.” Anjo, de KIJKwijzer van vanmiddag in het dagbestedingscentrum in Arnhem Zuid, begint met te benadrukken dat er geen goed of fout is. Het eerste collectiestuk is een schilderij van generatiegenoot Klaas Gubbels. Een aantal van de aanwezigen herkent het direct. Het gesprek meandert langs verschillende plekken waar ze werk van hem gezien hebben, dat zijn atelier toch ook ergens in Arnhem is. Het voelt laagdrempelig en vertrouwd, alsof de gezamenlijke middagkoffie simpelweg een soort opmaat heeft gekregen. Als er later een koffiemolen rondgaat, komen er kleine levensfragmenten los, over wie de koffie vroeger thuis maalde en hoe dat precies diende te gebeuren. “Tussen je knieën!”, adviseert Annie. Als de koffiemolen via de kring naar haar toe komt, doet ze het voor. Die geur, het geluid, die beweging, het kan niet anders dan dat daar herinneringen aan kleven. Maar nog meer lijken deze ouderen met het nu bezig te zijn; ruiken aan de thee, met de buur van gedachten wisselen over wat die geur nou toch is. En dat is precies de kracht van samen kunst beleven, ook als je kortetermijngeheugen je wat in de steek laat.

Dit wordt ook ervaren bij Onvergetelijk, een specifieke rondleidmethode voor dementerende ouderen, ontwikkeld door STUDIO i – platform voor inclusieve cultuur. De methode is gebaseerd op het Meet Me at MoMA-programma van het Museum of Modern Art in New York. In de publicatie Onvergetelijk (2017): ‘Tijdens een Onvergetelijk-rondleiding ligt de nadruk op wat iedereen kan. (…) Door naar kunst te kijken kunnen mensen met dementie samen met hun dierbaren ideeën uitwisselen, zonder dat degene met dementie hoeft terug te vallen op het kortetermijngeheugen. De rondleiding biedt toegang tot het langetermijngeheugen en persoonlijke ervaringen, waardoor sociaal contact gestimuleerd wordt.’

Voor dit Arnhemse project zijn vooral specifieke gesprekstechnieken overgenomen waarbij interpreteren en verbinden belangrijke onderdelen zijn. Hogenbosch: “De KIJKwijzers hebben van STUDIO i overdracht gehad over dementie en do’s & don’ts voor de omgang met deze doelgroep.”

In de geest van Pierre Jansen
Het idee om kunst de collectie buiten de museummuren te laten zien en voor een zo breed mogelijke doelgroep toegankelijk te maken, past bij de geschiedenis van Museum Arnhem, met name bij de erfenis van Pierre Janssen die er in de jaren zeventig directeur was. De manier waarop hij zich verhield tot de museumbezoeker of televisiekijker was niet die van de alwetende kunsthistoricus zoals in zijn tijd gebruikelijker was, maar die van de medegeïnteresseerde. Hij bood de mogelijkheid tot een gesprek, waarin elk idee of opvatting in potentie waardevol is. Dit doet erg denken aan Visual Thinking Strategies, een educatieve kunstkijk methode die in de jaren negentig eveneens in het Museum of Modern Art in New York werd ontwikkeld. Deze methode is gericht op jong en oud, leek of kunstkenner. Nadat de deelnemers een tijdje zelfstandig naar de kunstwerken hebben gekeken, worden er een aantal open vragen gesteld op basis van wat er te zien is. Iedere inbreng wordt serieus genomen.

Doet me niets
Deze gesprekstechnieken worden ook door de KIJKwijzers op locatie toegepast. Daarnaast gebruiken ze de Digitale Scheurkalender. Deze ‘cultuursnack’ is door het Kröller-Müller Museum ontwikkeld voor het basisonderwijs, bedoeld als een eenvoudige, laagdrempelige manier voor leerkrachten om dagelijks wat kunst en cultuur het klaslokaal in te smokkelen. Met een kunstwerk of gebruiksvoorwerp als uitgangspunt, wordt door middel van vragen, beeldmateriaal en filmfragmenten kort het onderwerp of het oeuvre van de maker verkend. Via de website digitalescheurkalender.com kan een stad, regio of culturele instelling zijn of haar eigen scheurkalender samen te stellen. Hogenbosch: “En dat vormt een heel mooi uitgangspunt voor de KIJKwijzers. Zo hebben ze allemaal dezelfde verhaallijn, maar voldoende ruimte om hier en daar af te wijken voor vragen en interesses vanuit de groep.”

Het gezelschap wordt gedurende het kleine uur in Arnhem Zuid alleen maar groter. Mensen schuiven aan, kijken mee, de welwillendheid lijkt groot. Een meneer knikt veel en zegt steeds waarderend: “Mooi!” Zoals in elke groep zijn er ook hier mensen die graag actief bijdragen en deelnemers die enkel luisteren – of niet, die zijn er natuurlijk ook. Een mevrouw vindt er niets aan en dat zegt ze hardop. Ze moest al een beetje overgehaald worden om zich van de aangrenzende kamer naar de koffiekamer te begeven. Halverwege loopt ze weg. Een van de begeleiders vertelt dat ze iedereen aansporen om aan te schuiven, maar ze mogen elk moment weer weglopen. “Als je het helemaal aan hen overlaat komen ze misschien nooit, want het is nieuw en onbekend en daarom soms onaantrekkelijk.”

Hogenbosch ziet in het aanbieden van een beetje museum op locatie ook dit voordeel: “Het mooie is juist dat ook mensen die niets met kunst hebben toch aansluiten. We merken nu zelfs dat ze ook nog terugkomen.”

De middag wordt afgesloten met gezamenlijke kopjes koffie en thee. Met koekjes natuurlijk. We zitten inmiddels in twee grote kringen, om twee tafels, mannen bij de mannen, vrouwen bij de vrouwen. Zo gaat het altijd, hoor ik van Annie. Een middagje samen kunst kijken brengt daar dus geen verandering in. Wat er wel precies gebeurt voor de mensen in deze groep is moeilijk te zeggen. Maar dat het mooi is en dat het goed is, is bijna wel zeker.

Foto’s: Eva Broekema

Foto’s collectiestukken: Museum Arnhem

Copyright © 2024 Publiek Gemaakt
Site: en