voor opdrachten in kunst en vormgeving

Haags Thorbeckemonument toont trend in hedendaagse monumenten

Ook Mark Rutte kon het niet laten er een opmerking over te maken: de enorme VPRO-affiche van Pippi Langkous met opgestoken middelvinger, pal naast het nieuwe monument voor Thorbecke op de Lange Voorhout. “Dit is Den Haag,” grapte hij erover bij de onthulling van het beeld afgelopen 11 februari. Een gedenkteken voor een liberaal, aldus de premier, “die een monument van eeuwigheidswaarde verdient”. Samen met de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen drukte hij op een rode knop en viel het doek van de zeven meter hoge sculptuur, ontworpen door beeldhouwer Thom Puckey.


Het staat in Den Haag, waar Thorbecke heeft gewoond en waar hij onder meer zijn constitutionele ideeën heeft vormgegeven. En waar de Haagse politiek anderhalve eeuw nodig had voor dit monument, merkte Rutte ook nog op. Al een week na de begrafenis van Thorbecke in 1872 was een groep burgers bijeen gekomen, in 1874 werd het plan voor een monument ingediend bij de Haagse gemeenteraad. Politieke opponenten staken er een stokje voor. Zodat wel in Amsterdam en in Zwolle (Thorbeckes geboortestad) monumenten verrezen. Niet in Den Haag. Totdat het Haagse VVD-gemeenteraadslid Thessa Eekhout het plan tien jaar geleden opnieuw aanzwengelde, nu met succes. Stroom zorgde voor de artistieke begeleiding en uit schetsvoorstellen werd Puckeys ontwerp gekozen: twee monumentale sokkels. Vanaf de een kijkt de staatsman, gezeten aan zijn bureau, in de verte. De andere draagt drie burgers in een overlegsituatie. “De democratie”, zegt de beeldhouwer, die daarom bewust anonieme burgers verbeeldde. Die al bezig zijn met obstructie, dachten sommige van de aanwezigen bij de onthulling.


Tegen de intellectuele leegte

Tja, de democratie. Die wordt met dit beeld gevierd tijdens een spannende verkiezingstijd. Daarom komt dit beeld op een goed moment, zei Van Aartsen die Thorbecke bij de onthulling geen partijman noemde maar een staatsman, een die het land wist te moderniseren met visies op basis van wetenschap: “Onderwijs moet ook nu een grote rol spelen, in een stabiele samenleving. Er gaapt een grote intellectuele leegte achter holle frasen waar sommigen zich nu achter verschuilen.” We hebben juist nu een Thorbecke nodig, iemand die de toekomst kan vormgeven, aldus de burgemeester.

Dat is ook hoe Thorbecke in dit nieuwe monument geportretteerd is: als een man die uitkijkt in de verte, de lange lijnen overziend. Puckey goot dit in een klassieke opzet, een die je pakweg twintig jaar geleden niet snel zou tegenkomen in nieuwe buitenbeelden. Het is figuratief, op glanzende en marmeren sokkels gehesen. Klassieker bestaat bijna niet, zou je kunnen zeggen.

Figuratie voor een herkenbare boodschap

Dat lijkt geen toeval. Twintig, dertig jaar geleden was overheidskunst vaak abstract. Abstracte kunst voor een abstracte overheid? Nu is de wens naar herkenbaarheid en figuratie groot bij initiatiefnemers. Al betekent dat nog geen Jip-en-Janneketaal – figuratie en herkenbaarheid hoeven geen eenduidigheid te betekenen, zo blijkt in dit beeld dat historische en actuele ideeën van democratie combineert. Tegenwoordig duiken meer klassiek figuratieve beelden met een gelaagde boodschap op. Het Timmerhuis in Rotterdam, de uitbreiding van het stadhuis, opende in december 2015 zijn deuren met een monument voor oud-burgemeester André van der Louw. Deze sculptuur kwam er op initiatief van diens PvdA-partijgenoten, CBK Rotterdam deed de artistieke begeleiding. Van der Louw is ten voeten uit, geheel figuratief, verbeeld door Herman Lamers. Hier geen sokkel, wel ook enige verhevenheid. Het beeld staat op een eerste verdieping in een glazen wandelgang waar ambtenaren hem passeren. Ondanks die nabijheid kunnen ze hem niet in de ogen kijken want hij staart door het glas naar beneden, peinzend, als Thorbecke. Daar kunnen bezoekers hem wel in de ogen kijken, maar moeten daarvoor naar hem vanaf onderen, naar hem opkijkend.

Eigentijdse ideeën in traditionele verpakking

De herkenbaarheid van de klassieke figuratie maakt deze beelden dus een soort acteurs in een toneelstukje, en dat is een verschil met de echt oude standbeelden. Deze beeldhouwers hijsen geen individu op een voetstuk, maar tonen wat die persoon in functie wilde uitdragen – wat overeenkomt met de opdrachtgevers van respectievelijk de Gemeente Den Haag en in Rotterdam de PvdA. Eveneens voor de hofstad ontwierp Ingrid Mol een beeld, of eigenlijk beeldengroep, voor Koningin Juliana. In 2005 besloot de Haagse gemeenteraad hiertoe, het werk wordt vermoedelijk 2019 onthuld. In het schetsontwerp dat Stroom een jaar geleden exposeerde in het Haagse stadhuis was al te zien hoe een portretbeeld van de koningin in een installatie staat, omgeven door anderen met wie ze in overleg is. Zonder sokkel, dat zou niet passen bij de fietsende koningin, staat ze tussen de mensen en op een plaat waar water op loopt: de polder. Dat maakt van dit overleg een poldermodel. Toch krijg je daardoor (onbedoeld?) ook het idee van een fontein. Met het klassieke standbeeld is ook de fontein een vorm van kunst in de openbare ruimte die veel mensen het liefst zien.

Zo krijgt Nederland er een aantal historische monumenten bij, met in die traditionele verpakking eigentijdse ideeën, over inspraak, anti-elitarisme. De behoefte aan herkenbaarheid door initiatiefnemers leverde bij Stroom ook discussie op: wat betekent herkenbaar of toegankelijk? Zijn klassieke standbeelden van staatslieden niet juist elitair en ontoegankelijk, zo hoog op hun sokkels?

Puckey loste dat probleem op met twee sokkels, zo staat ook het volk op een voetstuk. Letterlijk. De last van de sokkel werd ook tot thema genomen in een ander klassiek standbeeld uit 2015: dat van Paus Adrianus VI in Utrecht, door beeldhouwer Anno Dijkstra. Als Thorbecke vond dat het lang duurde, de paus heeft vijfhonderd jaar moeten wachten. Het gepatineerd bronzen beeld kwam er ter viering van het 75-jarig bestaan van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Dijkstra, die kritisch nadenkt over beeldcultuur en geschiedenis, verbeeldde de paus op een statige sokkel, als “belichaming van soberheid, dapperheid, rechtvaardigheid en transformatie”, aldus het persbericht. Maar dat alles zette hij wel op vier hardhouten wiggen die iets weg hebben van spreekwoordelijke aanhalingstekens, alsof het beeld zweeft en zo weer kan worden verplaatst. Alsof het herdenken van de paus niet vanzelfsprekend is – wat het ook niet is. Dijkstra zag bovendien de paus als iemand die streed met fundamentele krachten, en daarom is deze sokkel ook het symbool daarvan: een stevig fundament – al wordt dat door de wiggen toch weer in twijfel getrokken. En in een ander monument dat Dijkstra ontwierp voor het Belgische Poperinge, voor soldaten die in de Eerste Wereldoorlog zijn geëxecuteerd, gaat een standbeeld zelfs letterlijk om, en wordt het iconoclastisch en wel op zijn zij gelegd (als het doorgaat).

Anno Dijkstra, Shot at Dawn, 2016, Poperingen. Foto’s: Ilona Plaum

Thorbecke is neergezet als symbool van standvastige politiek op basis van een lange termijn visie, Van der Louw als symbool van de PvdA, Juliana draagt de monarchie uit, en het pausbeeld is neergezet om Utrecht als Adrianusstad te profileren. Kortom: achter elk monument zit een agenda (wat vroeger niet anders was). De roep om monumenten neemt toe, als middel om maatschappelijk te weinig zichtbare groepen of politieke ideeën uit te dragen. Dat geldt voor het slavernij- en gastarbeidermonument in Rotterdam, voor het homomonument in Amsterdam, het geldt ook voor de volkshelden die in tal van steden een monument krijgen: jazzmusici, volkszangers, vakbondshelden. Den Haag heeft sinds vorig jaar al een standbeeld voor Haagse Harry: kleurrijk en cartoon.

Standbeeld met designeronderbroek

Dat nu relatief vaker klassieke vormen en materialen worden gekozen, is om de beoogde verhalen en agenda’s nog meer zo uit te dragen dat iedereen het ziet en kan lezen. Wat een wereld van verschil met het Willem II-monument dat David Bade met bewoners uit de Schilderswijk maakte: een knotsgekke parade van triplex en kartonnen tulpen en prinsessen met ergens in het midden een gipsen ruiterstandbeeld met designeronderbroek. Maar dat is ook al weer tien jaar geleden.

Intussen is die herkenbaarheid van nu achter de schermen niet geheel vanzelfsprekend. Het Haags Historisch Museum opende een jaar geleden een tentoonstelling ‘Haagse Helden’ en daar bleken uiteenlopende ideeën. Hans van Houwelingen had voorgesteld om twee beelden te ruilen, het Spinoza- en Thorbeckebeeld in Den Haag en Amsterdam, en presenteerde het idee voor een nieuw Thorbeckebeeld als ‘copy en paste’ van een beeld van Willem van Oranje, in spiegelbeeld. En Emo Verkerk ontwierp een wekker met daarop de hoofden van Thorbecke en Willem van Oranje, ook als voorstel voor een monument. Wie weet komen er komende zomer in Stroom nog ideeën naar voren in een expositie aldaar naar aanleiding van het Thorbecke monument door Puckey.

Al met al is dit nieuwe monument op de Lange Voorhout een weergave van het verleden maar zeker ook van het heden. Een driedimensionaal beeld, legt de beeldhouwer uit bij de onthulling, omdat het van alle kanten te bekijken is en andere aanzichten geeft. Maar vanuit het torentje ziet de premier maar één kant. Hij kijkt in het gezicht van de staatsman die nog zei dat kunst geen regeringszaak is. Rutte had bij zijn aantreden een prent van Thorbecke laten terughalen in het torentje, door zijn voorganger schijnbaar weggehaald. En nu kan hij hem dan ook vanuit het raam zien. “Het is goed zo lang er een liberaal in het torentje zit, dat wij elkaar zo kunnen begroeten. Is het ooit geen liberaal, dan is het dés te beter dat Thorbecke hier staat.” En Pippi keek grijnzend toe.

Meer informatie over het beeld van André van der Louw op de websites van Herman Lamers en CBK Rotterdam

Publiek Gemaakt schreef eerder over het monument voor Wilhelmina en het beeld van paus Adrianus VI

Tekst: Sandra Smets

Foto’s: Sander Foederer, courtesy Stroom Den Haag

 

Copyright © 2024 Publiek Gemaakt
Site: en