voor opdrachten in kunst en vormgeving

An Event Without an End. Interview met Tom van Gestel over De Unie van Hasselt-Genk.

Over een paar dagen is het zover. Dan gaat De Unie van Hasselt-Genk, een groot kunstproject van Z33 – het huis voor actuele kunst van de Provincie Limburg in België – officieel van start. Tom van Gestel, voormalig artistiek leider van SKOR is de curator van dit project. Publiek Gemaakt sprak met hem over zijn betrokkenheid bij het project en wat er op kunstgebied te verwachten valt.

Zaterdag 21 juni wordt De Unie van Hasselt-Genk gelanceerd. Wat is De Unie precies?
TvG: De Unie is een onderdeel van het project Z-OUT dat Z33 een paar jaar geleden heeft bedacht waar in een aantal regio’s in Belgisch-Limburg – zoals ze dat in België zo mooi noemen: kunst in de open ruimte – wordt beoefend. Dit ging al van start in 2011 in het fruitteelt gebied Borgloon. De komende jaren komen nog andere Limburgse landschappen en regio’s aan bod, zoals het Maasland en de Zuid-Willemsvaart en nu dus de bipool Hasselt Genk. Ik zat in een stuurgroep voor dat Z-OUT project en toen vroeg Jan Boele (directeur van Z33) mij of ik me niet wilde bemoeien met die twee steden. Deze twee steden liggen slechts 15 km uit elkaar maar zijn totaal verschillend. Bijna te vergelijken met Amsterdam en Rotterdam. Hasselt is een centrale oude stad, heel cultureel en bourgeois. Genk is pas 100 jaar oud en is een multiculturele industriële stad. Genk was in de 19e eeuw een zeer geliefd dorp voor landschapsschilders omdat het in een prachtig uitgestrekt heidelandschap lag. Totdat André Dumont aan het begin van de 20ste eeuw deze idylle verstoorde en daar een aantal kolenmijnen begon. Genk groeide uit tot dé industriestad van deze regio.

Voorbereiding van het werk van Felice Varini in Hasselt (foto Kristof Vrancken)

Ik ontdekte dat die twee steden een enorm fijnmazige socio-culturele infrastructuur hebben. Dus eigenlijk is alles er: op muziekgebied, op toneelgebied, beeldende kunst, educatie, academies, universiteit. Alles is er maar op de schaal van die twee kleine steden. Ik vond het onzin om er nog iets aan toe te voegen. Daarom wilde ik een project verzinnen dat zoveel mogelijk bestaande partijen en initiatieven zou betrekken in het plan. Toen kwam ik op de titel De Unie van Hasselt- Genk. Dat vond men nou niet meteen de meest sexy titel, want hij klinkt natuurlijk heel ouderwets. De Unie van Utrecht, De Unie van Atrecht, De Unie van zus en De Unie van zo. Maar toch werd deze titel al vrij snel opgepikt als een ding op zich. Even los van het project ging die titel een eigen leven leiden. Het verscheen in de kranten en ook de burgemeesters van beide steden hadden het er voortdurend over. Ze bedoelden er dan niet zozeer het kunstproject mee maar wel de verhouding tussen die twee steden. Die titel werkte dus.

Voor mij gaat De Unie namelijk over verbindingen tussen de steden en in de steden en hoe we die kunnen bewerkstelligen.

En hoe brengen jullie die verbindingen in De Unie tot stand?
TvG: Ik ben gesprekken gaan voeren met al die clubs en organisaties die die fijnmazige infrastructuur vormen. Dit noemen we de partnerprojecten die onder de vlag van De Unie samenwerkingsprojecten doen. Inhoudelijk bemoei ik me amper met deze initiatieven. Ik heb wel gesprekken met ze, maar het moet heel duidelijk hun initiatief blijven. Zo is er een mooi scholenproject ontstaan uit de samenwerking tussen het Literair Museum in Hasselt en de bibliotheek in Genk. En is er een samenwerking ontstaan tussen het poppodium Muziekodroom in Hasselt en een jongerencentrum in Genk. In het kader van De Unie Hasselt-Genk maakt theatergezelschap de Queeste een nieuwe locatievoorstelling die vertrekt vanuit de twee steden. De jarenlange aanwezigheid van twee fabrieken heeft een grote invloed gehad: Philips in Hasselt en Ford in Genk. Philips Hasselt sloot in 2004; Ford Genk zal sluiten in 2014. In de voorstelling SCHROOT ontmoeten de twee bijzondere geschiedenissen elkaar. Alles begint bij een waargebeurde ontmoeting van de twee founding fathers: Henry Ford en Anton Philips.

Daarnaast vond ik het belangrijk om een reeks semipermanente kunstwerken te laten ontwikkelen die verbindingen maken tussen Hasselt en Genk, verbindingen in de steden en tussen de steden. Ik zocht naar plekken die belangrijk zijn voor de mensen daar. En dan kom je op een heel merkwaardige reeks.

Krijn de Koning, Het Groene Huis, Arboretum Bokrijk (foto Kristof Vrancken)

Kan je over een paar plekken iets meer vertellen?
TvG: In Hasselt is er bijvoorbeeld het kapelletje van het Heilig Paterke. Dat is van Pater Valentinus, geboren in de 19e eeuw en gestorven in 1907. Die wordt hier als een heilige beschouwd. Hij is, naar ik weet, nooit erkend door de Paus in Rome. Als je daar naar binnen gaat, zitten daar jonge en oude mensen naast elkaar. De één om te slagen voor zijn examen en de ander om te genezen van een of andere ernstige ziekte. Het is ontzettend merkwaardig want iedere dag zit dat kapelletje vol. Dat dat nog bestaat in deze tijd! Daar wilde ik iets mee doen.
Ik heb kunstenaar Leonid Tsvetkov gevraagd om daar een project voor te verzinnen, omdat hij heel erg met archeologie, geschiedenis en religie bezig is. Hij is een onderzoek gestart naar een document waaruit een tweespalt in de kerkgeschiedenis blijkt. Is er één god of is het een drie-eenheid en dan kom je dus ook weer bij het idee van een unie. Het zal resulteren in een werk in de kerk van het Heilig Paterke. Hoe dat er precies uit gaat zien is nog niet bekend. Dat zal ergens eind september klaar zijn.

Installatie van het werk van Rinus Van de Velde (foto Kristof Vrancken)

Een andere belangrijke plek is Café Cambrinus. Dat is een klein oud volkscafé in Hasselt waar ik heel graag een verbeelding van wilde laten maken. Ik heb daar Rinus van de Velde voor gevraagd. Het toeval wilde dat Rinus op zoek was naar een kroeg scene. Hij vindt van zichzelf dat hij eigenlijk een heel saai leven heeft in zijn atelier en daarom droomt hij zichzelf in totaal andere situaties. Het enige probleem is dat het een heel klein kroegje is en dat het grote werk van Rinus er niet in past. Dus het hangt in de buurt van het café.
Dan heb je bijvoorbeeld nog het project in het Emile van Dorenmuseum in Genk. Daar heb ik Erik Odijk gevraagd om Emile van Doren te spelen. Emile van Doren was een landschapsschilder die zich in de 19e eeuw vestigde in Genk en daar met zijn vrouw het Hôtel des Artistes runde, waar veel kunstenaars verbleven. Het is een beetje een slapend museumpje wat nog erg de sfeer ademt van de tijd voordat er in dit gebied grootschalige mijnbouw plaatsvond. Erik Odijk heeft een tentoonstelling samengesteld van door hem gewaardeerde kunstenaars onder de titel: De Rock Show. Het is een mix van speciaal voor deze gelegenheid gemaakte werken en bruiklenen.

Voorbereidingen aan De Rockshow in het Emile van Dorenmuseum te Genk (foto Kristof Vrancken)

Deelnemende kunstenaars in De ROCK show: Jean Bernard Koeman, Rudy J. Luijters, Ives Maes, Melanie Bonajo, Jimmie Durham, Franziz Denyz, Vaast Colson, Erlend Williamson, Tom Wolseley, Ania Rachmat, Lara de Moor, PINK de Thierry, François Roffiaen.

Bij de start op 21 juni is nog niet alles klaar. Hoe zit dat precies?
TvG: In eerste instantie was de vraag aan mij niet om een tentoonstelling te maken met een duidelijk begin en een eind. Het was de bedoeling dat er het project van start zou gaan in 2014 en dat vervolgens zijn beloop zou krijgen. Eigenlijk precies zoals ik het graag zie: An Event without an End. Dat vind ik altijd leuk. Hoe kun je iets laten beklijven in een bepaalde streek zoals we dat bijvoorbeeld ook bij Beyond hebben geprobeerd – en dat het op een of andere manier doorgaat ook al ben je zelf weg. Je probeert eigenlijk een soort infrastructuur neer te leggen waardoor dat mogelijk is.
Bij de betrokken steden en provincies ontstond echter een wens om iets te hebben wat zich voornamelijk in een bepaalde periode zou afspelen. En daar spelen toerisme en regiobranding natuurlijk een rol bij. We kijken nu gewoon in hoeverre we daaraan tegemoet kunnen komen.

Op 5 oktober vindt het sluitstuk plaats van De Unie: Het Geluid van Hasselt-Genk. Wat moeten we ons hierbij voorstellen?
Een heel belangrijke plek is het Albertkanaal. Dit kanaal loopt van Antwerpen naar Luik. Het vormt landschappelijk een belangrijke verbinding tussen Hasselt en Genk. Midden op dat kanaal ligt de Tuikabelbrug en deze brug is een planningsfoutje uit de jaren 60/70. De geplande vierbaansweg tussen Hasselt en Genk kwam er nooit. Het is een gigantisch monumentaal ding wat daar min of meer zinloos over het kanaal heen ligt. En op die brug wilde ik een ontmoeting realiseren tussen de twee steden. Die ontmoeting is ingegeven door een verhaal waar ik ook wat onderzoek naar heb gedaan naar wat er in Baku gebeurde in 1922 bij de viering van het vijfjarig bestaan van de Sovjet Unie. Toen heeft de Russische Avant-garde The Symphony of Sirens gerealiseerd. Daar deed alles wat geluid kon maken aan mee: de klokken van de kerk, de sirenes van de fabrieken, de kanonnen van het leger etc. Dat moet een enorm geluidsspektakel zijn geweest.

De Tuikabelbrug over het Albertkanaal

Ik vond dat hier op deze bijzondere plek ook zoiets zou moeten plaatsvinden. Een compositie met de geluiden van Hasselt en Genk die bij elkaar komen op die brug. En dat de hele weg daarnaar toe, het verzamelen van de geluiden ook weer materiaal zou kunnen opleveren voor deuntjes in de carillons van de steden, voor tunes die je overal zou kunnen horen. Wim Henderickx, een Vlaamse componist en percussionist is gevraagd om daar een compositie voor te maken. De productie wordt gedaan door Musica uit Neerpelt (een soort Steim). Het zal een soort levende klanksculptuur worden die wordt gecreëerd door honderden deelnemers uit beide steden. Alles wat geluid kan produceren kan meedoen: dus de brandweer, muziekscholen, drumbands, graafmachines, motorclubs, fietsbellen, koren e.d. Ik heb echt geen idee hoe dat precies gaat klinken en ik bemoei me er verder amper mee. Maar ik vind het wel een van de spannendste projecten omdat hier letterlijk de ontmoeting tussen Hasselt en Genk gaat plaatsvinden en niemand eigenlijk weet hoe dat gaat uitpakken.

De Unie van Hasselt Genk start op 21 juni en loopt door t/m 5 oktober. Er zijn o.a. werken te zien van: Felice Varini, Krijn de Koning, Zoro Feigl, Nils Norman, Erik Odijk, Rinus Van de Velde en Maurer United Architects. Werken van Tomas Saraceno, Leonid Tsvetkov en Circumstance (een samenwerking tussen Duncan Speakman, Reinout Hiel, Kathy Hinde en Sarah Anderson) zijn pas later te zien. Na 5 oktober blijven de meeste werken permanent achter in Hasselt, Genk of langs de route tussen beide steden.

Voor meer informatie: http://www.uniehasseltgenk.be/

Copyright © 2024 Publiek Gemaakt
Site: en