voor opdrachten in kunst en vormgeving

Symposium ‘Na de onthulling’

Buitenbeelden leiden soms een vergeten bestaan. Hoe kunnen we deze beelden of zelfs hele collecties weer wakker kussen en wie neemt daarin vandaag de dag de regie? In deze bewoordingen werd er tijdens het symposium ‘Na de onthulling’ in het Van Abbemuseum in Eindhoven gesproken over het buitenleven van beelden. Want hun bestaan valt niet altijd mee. Als beeld mag je hopen dat sommige stadsbewoners nog weten wie of wat je representeert en dat je er niet al te lullig bij bent komen te staan in de loop der tijd. Tussen betekenisloos opvulgroen in betekenisloze perkjes bijvoorbeeld, of naast een gloednieuwe reusachtige reclamezuil

Radio Balzac

De dag met verdiepende lezingen en case studies was een initiatief van beeldend kunstenaar Arnoud Holleman. Aanleiding voor hem om de problematiek eens grondig aan de orde te stellen was zijn project Radio Balzac, waar Publiek Gemaakt hier al eerder over schreef. Door Rodins beeld van Balzac te verplaatsen naar de binnenruimte van het museum en actief het gesprek op te zoeken met bewoners en politici onderzocht hij wat de betekenis van het beeld van Balzac (nog) is in Eindhoven en hoe die kan worden hernieuwd.

Arnoud Holleman en Tom Loois van Radio Balzac bij Honoré de Balzac. Foto: Wineke van Muiswinkel

Cultureel gebruik van kunst

Conservator en dagvoorzitter Steven ten Thije van het Van Abbemuseum legde de vinger meteen op de zere plek. ‘Tekenend voor deze tijd is dat de verhoudingen vertroebelen: wat is van ons allemaal en hoe zorgen we daarvoor?’ Reden voor die vertroebeling is het veranderen of afstoten van cultuurtaken door gemeenten. In Eindhoven is de focus verlegd van kunst in de openbare ruimte naar een meer cultuurbrede benadering. 

Wethouder Schreurs aan het woordMaar aan ambitie is er geen gebrek. Wethouder Mary-Ann Schreurs: ‘Kunst in de openbare ruimte is wat wij als ideaal voor ogen hebben. Het is letterlijk van ons allemaal.’ En: ‘Je kunt kunst wel toevoegen aan de openbare ruimte maar je wilt ook dat het cultureel gebruikt wordt.’ En dat is precies waar Holleman naartoe wil.

Herinneren en vergeten

Dat ‘cultureel gebruik’ moeten we wel breed interpreteren. De traditie van collectief herinneren gaat ook over het vergeten. ‘Een oorlogsmonument doet je één maal per jaar herinneren, maar de rest van het jaar vergeet je het. Het vergeten moet gebeuren, zolang je de beelden wel af en toe herinnert’, aldus Holleman. En daarmee versterk je ook het bestaansrecht en de betekenis van de betreffende beelden.

Levend houden

En juist nu collecties van buitenbeelden niet per se meer worden aangevuld, is de vraag belangrijk hoe je opnieuw betekenis kunt geven aan collecties. Holleman signaleert dat gemeenten vaak wel nog de onderhoudstaken op zich nemen maar dat ideeën over het levend houden van de werken ontbreken. De casussen in het middagprogramma van het symposium lieten zien dat die kwestie zich ook noodgedwongen opdringt door een veranderende openbare ruimte.

Balzac herplaatst

Een van de workshops ging vanzelfsprekend over de Balzac van Rodin. De deelnemers discussieerden over welke criteria moeten worden gehanteerd voor herplaatsing van het beeld en wie deze criteria opstelt. En als de Balzac teruggeplaatst wordt in de voortuin van het Van Abbe, zou er dan niet met tuinontwerper Piet Oudolf gepraat kunnen worden om het beeld een waardiger plek te geven?

Er rust namelijk auteursrecht op zijn tuinontwerp. De Gemeente Eindhoven zou als eigenaar van het beeld hierbij verschillende deskundigen moeten betrekken. En ook was er discussie over in hoeverre het nog wel verantwoord was om een beeld, waarvan de waarde wordt geschat op 10 à 15 miljoen euro, in de publieke ruimte te plaatsen. Hoewel de discussie niet echt tot conclusies of oplossingen leidde werd wel duidelijk dat zo’n herplaatsing na Hollemans interventie niet snel gebeurd is, maar dat het wel degelijk zinvol is om eens in de zoveel tijd een beeld ‘wakker te kussen’.

Workshop Balzac

Balzac02

Waar is de sokkel gebleven?

Verder was er een workshop – in de vorm van een rollenspel – over de verplaatsing van het abstracte werk Expansie (1967) van Toon Slegers, van het ruime, met verkeersdrukte omgeven voorplein van de Rabobank naar een stille groenstrook in een wijk. Tot ieders verbazing zonder de sokkel die oorspronkelijk met het werk was verbonden. Het weglaten van die sokkel is eigenlijk een artistieke verandering. What happened?! En wie heeft dit besloten?

Danielle Laudy, conservator behoud en beheer, Kunstzaken Rabobank Nederland, aan het woord.

 

De kikker en de prins

In de workshop over de verplaatsing van het beeld Het Lampenmaakstertje (1966) van Jos van Riemsdijk volgde een andere conclusie: ‘Niet elke kikker die je kust, wordt ook een prins’. Het figuratieve beeld stond lange tijd bij de ingang van het Philips Lighting hoofdkantoor in Eindhoven. Sinds Philips het stadsdeel Strijp S verliet, heeft de stad het industriegebied geannexeerd en omgetoverd tot culturele hotspot. Op haar plek voor de lichttoren kwam het Lampenmaakstertje in de verdrukking door een enorme, digitale reclamezuil, vermomd als druppel. De gemeente heeft toen een nieuwe plek voor haar gevonden in de entreehal van het Philipsmuseum. Daardoor is het beeld geen buitenbeeld meer dat in een context functioneert, maar is het een archiefstuk geworden. Men vroeg zich af of dat erg is. Blijft haar geschiedenis desondanks nog genoeg levend en aanwezig in Eindhoven?

Het Lampenmaakstertje op de oude vertrouwde plek. Foto: Rien Valk

De reclamedruppel. Foto: FaceMePLS

Collectief geheugen

Eerder op de dag sprak Dees Linders, hoofd van Sculpture International Rotterdam, juist over het besluit (na lange discussies en rapporten) om het beeld De Verwoeste Stad van Ossip Zadkine niet te verplaatsen. De historische betekenis ervan is onlosmakelijk verbonden met de plek. Het maakt deel uit van het geheugen van de stad en heeft betekenis voor zowel het individu als voor het collectief van bewoners en voorbijgangers.

Dees Linders over De Verwoeste Stad. ‘Rotterdammers annexeren het beeld ook, zoals kunstenaar Bert Sissingh hier doet.’

Roulerende beelden

Henriëtte Heezen over Roulette.

Kunsthistorica Henriëtte Heezen sprak over het project Roulette van Manfred Pernice, waarbij de kunstenaar van een rotonde in de vinexwijk Leidsche Rijn een tijdelijke tentoonstellingsruimte in de openlucht maakte. Hij stelde meerdere thematische exposities samen met beelden uit de wijken van Utrecht. De uiteenlopende beelden verhuisden daarmee tijdelijk naar de rotonde. Heezen gaf aan dat een sterke afdeling Culturele Zaken van een gemeente noodzakelijk is om het kunst- en cultuurbeleid te waarborgen, zeker ook als de politieke macht wisselt. In Utrecht heeft dat goed uitgepakt.

Kunst en politiek

Over die politieke macht sprak ook Hans van Houwelingen in zijn concluderende betoog. Eens te meer pleitte hij voor nieuwe coalities tussen kunst, politiek en economie. Kunstenaars zijn experts op het gebied van betekenisgeving. Nieuw beleid zou in samenspraak met kunstenaars ontwikkeld moeten worden, en kunst voor de publieke ruimte zou integraal onderdeel moeten uitmaken van de samenleving. Zo voorkom je tegelijk dat kunst niet zomaar kan worden weggehaald of verplaatst.

Wordt vervolgd

Wat de situatie ook is, de vragen omtrent de regie over verplaatsing, herplaatsing en betekenis blijven hetzelfde. Wie neemt het initiatief of de leiding? Wie is betrokken bij de beslissingen? Wiens belangen spelen er en hoe weeg je die? Wie is verantwoordelijk? Hoe verbind je de verschillende expertises? De Eindhovense wethouder kondigde voortvarend al een vervolg op dit symposium aan: volgend jaar.

Alle foto’s: Anne Reenders, tenzij anders vermeld.

Artikel i.s.m. Veronique Hoedemakers en Anne Reenders.

Copyright © 2024 Publiek Gemaakt
Site: en